De natuur laat datgene toevallen, wat nodig is…
“Kijk diep in de natuur en dan zul je alles beter begrijpen- Einstein”
We stappen door het houten klaphekje, om een open heidevlakte toe te treden. Ze heeft me net vertelt dat ze zo ongedurig is in deze tijd, terwijl we het bosgedeelte verlaten. Ze voelt zich onbegrepen en is neerslachtig. Donkere wolken omsluiten ons en de lucht voelt koud aan. Eerder die ochtend vroeg ze nog of we onze afspraak voor wandelcoaching niet beter konden verplaatsen; regen werd namelijk voorspeld. “Meestal valt het wel mee,” antwoord ik, “trek een waterdichte of warme jas aan; bovendien kan nat worden soms ook iets betekenen en opleveren.”
“Wandelen is het beste medicijn-Hippocrates”
Ze ziet er bleek uit, haar ogen staan mat. Terwijl we stilstaan en de wijdsheid in ons opnemen, breekt daar ineens de zon door. Enkele stralen vallen links van ons op de grond. “Kijk eens hier”, zeg ik, want zij staat van me afgedraaid, de andere kant uitstarend. Tranen schieten in haar ogen, en een glimlach verschijnt op haar gezicht. “Wat goed dat toch nog steeds de zon schijnt,” zegt ze. De zon breekt nog verder door, we komen volop in het licht te staan. We strekken onze armen uit, rechten onze rug en laten ons opwarmen door dit aangename en onverwachtse moment. “Ik mag meer vertrouwen hebben in die zon, in mijn leven, en rustiger aandoen”, stelt ze zodra we verder wandelen.
“Achter de wolken schijnt de zon…”
Dan vertelt ze hoe een opmerking van een goede vriend haar ten diepste geraakt heeft. Hoe anders en vernederend zijn reactie was, dan de steun die ze verwachte. Hoe pijnlijk en teleurstellend het voelt, om dit ervaren. Op dat moment begint het te regenen. We kijken omhoog; naar hoe de regendruppels op ons neerkomen. Ze vertelt meer over haar verleden, dat ze weinig plezier beleefde als kind. Terwijl we flink doorstappen in deze lichte regen, voelt ze zich steeds beroerder en misselijker. We staan opnieuw stil, nu bij een poel. De lucht is inmiddels opgeklaard en de zon schijnt volop in het water, het licht weerkaatst, vogeltjes fladderen over ons heen, tjilpend. We blijven er een poos staan, in stilte, laten dit moment met veel zonnewarmte en gevoelens op ons inwerken.
“Na regen komt zonneschijn…”
Haar misselijkheid trekt weg en we vervolgen ons pad verder. Ze deelt haar inzicht dat haar ziekmakend gevoel te maken heeft met de opmerking van haar vriend en het oprakelen van vroeger. Ook ziet ze in dat ze te snel vooruit wil, dat ze wil dat iedereen ook weet wat zij heeft meegemaakt en nu voelt. Hoe hard ze continue werkt en klaar staat voor iedereen. Dat ze eigenlijk ook ontzettend moe is. Ze beseft dat ze nu meer rustiger aan mag doen en genieten van momenten die er wel zijn, zoals deze zonnestralen die in deze wandeling ons toevallen. Uiteindelijk voelt ze zich meer opgeladen. Als we afscheid nemen bij de parkeerplaats, barst een zware regenbui ineens los. We lachen erom; “wat fijn dat we deze wandeling wel vanmiddag gedaan hebben”, zegt ze en ze oogt stralender, meer ontspannen en met energie, als ze vertrekt.
“De natuur als spiegel…”
Onderweg terug naar huis, bedenk ik me welke bijzondere handreikingen de natuur zo vaak treffend inzet tijdens wandelcoaching. Soms zijn het kleuren, vormen of geuren, dan weer dieren, of zoals vandaag de afwisseling in het weer. Elke keer komt datgene voorbij, waaraan behoefte is, om tot een diepgaand openhartig gesprek te komen.
Hartelijke Grote, Edith Camps
Reacties zijn gesloten.